Vacatures (2): Stadermann Luiten zoekt een advocaat-medewerker en advocaat-stagiaire Lees meer

HR 4 oktober 2019 ECLI:NL:HR:2019:1529

Per 1 juli 2010 is de verjaringsbepaling van artikel 7:942 BW gewijzigd. Bij die wijziging is ook de regeling voor stuiting van de verjaring aangepast. Krachtens het gewijzigde artikel 7:942 BW begint (na een stuiting door de verzekerde) een nieuwe verjaringstermijn te lopen wanneer de verzekeraar de aanspraak erkent of ondubbelzinnig mededeelt de aanspraak af te wijzen. In deze zaak had het Hof miskend dat het per 1 juli 2010 geldende art. 7:942 BW onmiddellijke werking heeft; het hof had aan de hand van de nieuwe bepaling – en niet aan de hand van artikel 7:942 oud BW – de verjaring moeten beoordelen. Ook wijst de Hoge Raad erop dat de onmiddellijke werking van artikel 7:942 BW meebrengt dat feiten van vóór 1 juli 2010 aan de hand van de nieuwe regeling moeten worden beoordeeld.   Voorts overweegt de Hoge Raad in dit arrest – onder verwijzing naar zijn arrest van 15 september 2017 (ECLI:NL:HR:2017:2388) – dat het in het algemeen de voorkeur verdient de hoofdzaak en de vrijwaringszaak gelijktijdig af te doen, en, indien dat niet mogelijk is, eerst de hoofdzaak af te doen. In deze zaak had het hof de vrijwaringszaak niet vóór de hoofdzaak mogen afdoen, nu de toewijsbaarheid van de vrijwaringsvordering afhankelijk was van de uitkomst van de hoofdzaak.

Print

4 oktober 2019

ECLI:NL:HR:2019:1529